Scheepvaart is slecht voor het milieu
Er zijn allerlei oorzaken die leiden tot het versterkt broeikaseffect, zoals uitstoot van auto’s, vliegtuigen, fabrieken, etc. Soms vergeten we dat ook de scheepvaart zorgt voor een versterkt broeikaseffect.
De scheepvaart is al eeuwen oud, wij Nederlands weten dit maar al te goed. Scheepvaart is door de jaren heen enorm veranderd en tegenwoordig veel slechter voor het milieu dan vroeger. Het probleem is dat er veel schepen in de wereld zijn. Al deze schepen bij elkaar zorgen voor veel slechte gassen. Het gevolg van deze gassen is verzuring van het water. Verzuring willen we juist zo veel mogelijk voorkomen. Verder zorgen deze gassen voor een aantasting van onze gezondheid. Zoveel uitstoot is niet natuurlijk, waardoor wij er ook onder gaan leiden. Ook kunnen al die gassen zorgen voor smog en zure regen. Zure regen is een groot probleem voor de planten, want de beschermlagen van een plant worden hierdoor aangetast. Door zure regen kan er ook nog eens bodemerosie plaatsvinden.
Doordat er zoveel scheepvaart is, is er veel meer kans op een olieramp. Dit is absoluut niet goed voor het milieu en heeft een groot effect op het water, de dieren in het water en de kustgebieden. Olie gaat dan wel per ongeluk het water in, hoe minder scheepvaart er is, hoe kleiner de kans dat olievaten het water in vallen. Verder zorgt de scheepvaart voor te veel afval en lozingen in het water. Dit tast het water weer aan en kan indirect het schaarse drinkwater op de wereld aantasten. Al deze problemen bij elkaar opgeteld zorgt voor forse klimaatverandering.
Kortom, er zou minder scheepvaart moeten zijn. Scheepvaart is erg risicovol en zorgt voor veel uitstoot. Ik heb recht op een gezond leven.
Harald, dankjewel!Je maakt een goed punt als je zegt dat eutlvoie alle vrijheid heeft: immers, als veranderingen (mutaties) tot problemen leiden, halen ze de volgende generatie niet. Dat is echter ook precies het fenomeen dat tot de evolutionaire modellen leidt: blijkbaar zijn er ook binnen deze uitgebalanceerde ontwikkelingsperiode momenten waarop deze regel minder strikt’ is, en andersom momenten waarop juist helemaal nedets mis mag gaan. Dat vertaalt zich vervolgens in de mate van variatie die je waar kunt nemen tussen, maar dus ook binnen, soorten. Dat is wat de modellen proberen uit te leggen: welke periodes tijdens de ontwikkeling zijn het meest kritiek? En waar zit juist de meeste ruimte voor speling? Het is dan erg boeiend om te zien dat bepaalde modellen elkaar direct tegenspreken!In principe hoeft de heterochronie binnen e9e9n soort dus geen spelbreker te zijn; het geeft juist aan dat zelfs bednnen een soort er ruimte is om te spelen met de ontwikkeling zonder dat de boel volledig wordt verstoord. Verrassend is dat zeker; ik moet persoonlijk zeggen dat ik even geslikt heb toen ik deze gegevens onder ogen kreeg Over de mechanismen die ten grondslag liggen aan de diversiteit die wij om ons waarnemen: inderdaad: het verschuiven’ van de volgorde waarin dingen in het lichaam worden gevormd is een manier waarop de ontwikkeling, en de uiteindelijke uitkomst gemanipuleerd kan worden. Het betekent overigens niet dat die verschuivingen meteen merkbaar zijn: dat kan je concluderen uit t feit dat e9e9n en dezelfde soort op zoveel verschillende manieren zich kan ontwikkelen, zoals het onderzoek van de Leidenaren laat zien. Er zijn echter wel degelijk voorbeelden te vinden die laten zien dat het verschuiven van bepaalde ontwikkelingsgebeurtenissen’ (developmental events) ten opzichte van elkaar enorme gevolgen kan hebben: een heel extreem voorbeeld is wel de axolotl, die de gebeurtenis metamorfose’ zover voor zich uit heeft geschoven, dat hij zijn hele leven, en dus ook de voortplantingsfase, als larve doorbrengt.